Huidhonger aan het Baaiegat

Tijdens een fietstocht door natuurgebied Het Twiske beland ik bij het Baaiegat. Grappige naam wel, voor een naturistenstrandje. Oudere heren liggen er verspreid in het gras en strekken hun tanige gebruinde lijven uit in de voorjaarszon. Een van hen staat op, rekt zich in zijn volle lengte uit, om dan met statige passen het rimpelloze water van de Stootersplas in te schrijden. Ik sla het tafereel gade zoals je in een dierentuin naar flamingo's kijkt. Een vreemde soort, exotisch.

Persoonlijk heb ik niet zoveel met bloot recreƫren op een krap bemeten stukje grond dat door de overheid is aangewezen. Ik vind het nogal eh... onnatuurlijk, zeg maar. Naaktstranden doen dan ook geen enkel appel op mijn paradijsgevoel. Maar door het gedwongen bestaan in de nieuwe anderhalve-meter-samenleving is er iets veranderd, iets dat me ertoe aanzet om langer dan nodig aan de plas te blijven hangen en vanuit mijn ooghoeken naar de zonnebadende flamingo's te kijken.

Feit is dat ik weken geleden voor het laatst een ander mens heb aangeraakt. Tot mijn eigen verbazing vind ik dat tot dusver niet eens zo erg. Er blijken andere vormen van intimiteit te bestaan, die ook voldoen. En, laten we wel zijn, al die hugs en handshakes die te pas en te onpas worden uitgewisseld, zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op conventie en dus niet altijd even oprecht. Afzien van lijfelijk contact en stilstaan bij de betekenis daarvan, is met andere woorden een onderdeel van de total reset die Covid-19 heet.

Zittend aan de plas voel ik echter voor het eerst zoiets als huidhonger opkomen. Mijn wintervel wil worden aangeraakt, beroerd, betast, gestreeld. Niet door de oudere gebruinde heren maar door het water dat gewillig en uitnodigend voor me ligt. Zal ik? Twee eenden waggelen de wal op, scharrelen brutaal nieuwsgierig om me heen. Wat zijn ze dichtbij! Zoiets zou een mens niet in z'n hoofd halen! Ik trek mijn schoenen en sokken uit en waad de plas in. Ai! Te koud nog voor nu. Ik zie me genoodzaakt om op mijn schreden terug te keren. Maar volgende keer, zo beloof ik mezelf, volgende keer neem ik een handdoek mee. En dan duik ik er in, weer of geen weer, en zal ik me overgeven aan de omhelzing van het water. Met huid en haar!

April 2020

Dit bericht is geplaatst in Markant. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.