De haperende hersens van M.

De haperende hersens van vriend M. zetten de mijne regelmatig aan het denken. Op een avond breng ik hem naar huis na een van onze uitstapjes. Het idee is om onderweg nog 'iets leuks' te doen, maar M.'s favoriete ijssalon is al dicht en andere rustige horecaplekken - een gewoon café is te druk voor hem - zijn ook bezig te sluiten.

We lopen wat heen en weer door de straat en belanden uiteindelijk in een shoarmatent om er een frisje te drinken. M. vindt het helemaal prima. Ik manoeuvreer hem naar een tafeltje en help hem met zijn jas, want vanwege de Alzheimer is ook zijn motoriek niet al te best. De jongens-met-Noord-Afrikaans-uiterlijk aan de andere tafeltjes kijken opgewekt grijnzend toe. Naast de counter liggen grote zakken aardappels op consumptie te wachten.

We gaan zitten. M. wil iets eten nu we hier toch zijn, want hij heeft trek. Ja hoor, gaan we doen! Wat kan ik bestellen?
M., gedecideerd: 'Een broodje shoarma.'
Verrassende keuze, want voor zover ik weet, eet M. uit overtuiging geen vlees: 'Je bent toch vegetariër?'
M. kijkt me niet begrijpend aan: 'Wat ben ik?'
Ik: 'Vegetariër.'
Hij, vol verbazing: 'Wat is dat?'

Alzheimer maakt haarscherp duidelijk dat een groot deel van onze persoonlijkheid bestaat uit opgelegd pandoer en aangeleerd gedrag. Wie of wat blijft er van ons over als onze denkkracht het begeeft? Volgens de hindoefilosofie is al het zijnde een illusie (onze waarneming is beperkt, ook als we niet dementerend zijn) en wat mij betreft is het 'ik' de grootste illusie van allemaal. Als we van deze aardbol verdwijnen, valt het in stukken en brokken uiteen en vervaagt.

Ja, en wat dan? Ik stel me graag voor dat de brokstukken van mijn levensverhaal, als 'ik' er niet meer ben om ze bijeen te houden, bewaard zullen blijven. Ergens in de Cloud. Als iemand anders dat verhaal later, op een andere plek oppikt, zal hij of zij zich verbeelden de reïncarnatie te zijn van een vrouw die in het jaar 2019 met een dementerende man in een shoarmatent zat.

M. zit onbekommerd van zijn broodje te genieten. De jongens-met-Noord-Afrikaans-uiterlijk dragen servetjes aan, want de helft belandt op zijn broek. Geeft niks, geeft helemaal niks.

September 2019

Dit bericht is geplaatst in Markant. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.