Ook een grasspriet heeft recht op vrede

Omdat ik een paar dingetjes te doen heb in Den Haag ga ik meteen even langs bij de Bethelkerk. Daar wordt al ruim drie weken een non-stop dienst gehouden om te voorkomen dat het Armeense gezin Tamrazyan het land uit wordt gezet. Een prachtig initiatief, maar in de praktijk is zo'n gebed zonder end best wel saai.

Gelukkig raak ik in de koffiekamer aan de praat met Jaindra Persad, die om allerlei redenen heel anders is dan de andere sympathisanten van het kerkasiel. We zijn nog maar net in gesprek of hij loopt weg om bij de gootsteen 'zijn handen in onschuld te wassen'. Dat doet hij wel vaker als z'n geweten tot hem spreekt. Hij heeft er zelfs een speciaal zeepje voor.

Jaindra Persad is in 1965 geboren op een plantage in het Surinaamse Commewijne. Hij heeft geen idee of hij hindoe of christen is, zegt hij. Trouwens, 'boven' maakt dat toch niks uit. Dat lijkt me een intelligent standpunt en we besluiten broertje en zus te worden.

Samen met Jaindra loop ik de kapel in om de dienst van dominee Egbert Fokkema uit Twello bij te wonen. Dankzij mijn nieuwe broertje wordt het een zeer interactief gebeuren. Jaindra giert van het lachen bij het verhaal van de weduwe die geen olijfolie in haar kruik heeft en als we elkaar de vrede van Christus moeten toewensen, komt hij met een leuke aanvulling: die vrede geldt ook voor bomen, bloemen en blaadjes. Zelfs een grasspriet heeft recht op vrede! Kijk, now we are talking business! Gelukkig heeft dominee Egbert Fokkema uit Twello een en ander van de wereld gezien en kan hij de inbreng van mijn broertje goed hebben.

Halverwege de dienst sukkelt Jaindra even in slaap. Wat ik al vermoedde, blijkt waar te zijn: Jaindra is dakloos, heeft drie dagen rond gelopen en is heel erg moe. Wat nu? Het lijkt me geen tobberig type, maar als ik hoor dat hij in het bos slaapt, begin ik me plaatsvervangend zorgen te maken. In het bos slapen? Nee toch! Daar is het veel te koud voor!

Bij het weggaan frommel ik Jaindra een biljetje in de hand. Dat komt goed uit, want hij heeft nog maar twee euro. Als ik al bijna buiten sta, komt hij ineens achter me aan gerend: 'Zus! Zus! Heb je wel een warme sjaal? Wacht, ik geef je er één!' Hij duikt in zijn bezittingen - een koffertje en twee rieten manden - die in de hal van de Bethelkerk blijken te staan en begint er verwoed in te graaien.

Dominee Egbert Fokkema uit Twello zei het al in zijn overdenking: we zijn allemaal net mensen. Helemaal waar. Maar soms zijn we ineens even meer dan dat.

Den Haag, november 2018

Dit bericht is geplaatst in Markant. Bookmark de permalink.

Reacties zijn gesloten.