Voodoo

Tijdens één van haar vele reizen door West-Afrika komt Marnel Breure in aanraking met voodoo. Het is een veelvoorkomend misverstand dat voodoo een vorm van zwarte magie is, waarbij naalden in poppetjes worden gestoken om een ander kwaad te berokkenen. In werkelijkheid is voodoo een oude Afrikaanse religie waarin alles draait om communicatie met natuurkrachten, vooroudergeesten en andere elementen uit de wereld van het onzichtbare. Voodoo betekent letterlijk zoiets als ‘mysterie’: dat wat er is maar zich niet zomaar prijsgeeft aan de menselijke waarneming.

Voodoo is niet bedoeld om speldenprikken op afstand uit te delen, maar goed en kwaad liggen er dichter bij elkaar dan in de wereld van het christendom of de islam, waar één enkele God over het morele peil van de mensheid waakt. In de voodooreligie zijn alle grenzen vloeiend. Niet alleen de grens tussen goed en kwaad, maar ook die tussen leven en dood, droom en daad, woord en materie, lichaam en geest. Voodoo is een vorm van religieus totaaltheater waarin alles met alles samenhangt.

Marnel Breure pleit ervoor om de essentie van voodoo te vertalen naar het huidige tijdsgewricht. Dat kan alleen wanneer kritische geest en magisch bewustzijn met elkaar verenigd worden: “Ik onderscheid me van de Afrikaan die zich met zijn hele hebben en houden verschanst heeft in een sprookjesbos vol goden en geesten, maar voel me net zo min thuis bij de westerling die de bomen in dat bos aan het eind van zijn kindertijd één voor één heeft gekapt. De westerse wereld kampt met een teveel aan ratio en een tekort aan magie, op het Afrikaanse continent ligt die verhouding precies andersom.” (Uit: Het land van Legba)

 

Reacties zijn gesloten.